dinsdag 14 augustus 2012

Harbourmaster is boss

Na een rustig dagje varen (motoren met 1,6 knoop wind) kwamen we aan het eind van de middag in Boulogne-sur-mer aan. Voor vrouwtje en Philip was het een iets minder rustig dagje, want de stuurautomaat is kapot en nu moeten ze met de hand sturen. Maar toch... we waren allemaal lekker uitgerust en de mensen hadden weer zonnebrand kunnen smeren.

De haven invarend kwam ons een zwarte rib (da's een snel varende boot, van plastic met een heel grote buitenboordmotor) tegemoet. Toen al had ik kunnen weten dat dit zwarte monster gevaarlijk zou zijn, want het ging te hard en de meneer en het jongetje aan boord hadden geen reddingvest aan. Wij gingen door en het vrouwtje parkeerde de Overstag weer keurig met de achterkant tegen de steiger, zodat Philip er makkelijk af kan.

Is het eten bijna klaar, staat er opeens een mevrouw buiten te praten. Bleek tegen ons te zijn. Zij was de mevrouw van de meneer in de rib en zij wilde op de plek liggen waar wij nu lagen. Ze hadden zelfs hun landvasten laten liggen. Dat hadden wij wel gezien (ze hadden in de weg gelegen bij de aanleg) maar van de havenmeester mochten we blijven liggen en de havenmeester is de baas. Dus vrouwtje zei dat en dat ze daarom niet weg ging, zei gedag en ging naar binnen om te eten.

Kwam opeens een zwart monster naast onze boot en klopte er iemand heel hard op de boot. Ik natuurlijk meteen blaffen, want je moet van de Overstag afblijven! Vrouwtje naar buiten, was het de meneer in de rib die moeilijk ging doen en ging vertellen dat hij wilde liggen waar wij lagen, etc etc. Dus vrouwtje zegt wat ze ook tegen mevrouw heeft gezegd, zegt dat de havenmeester de baas is, zegt gedag en komt eten. 

Door de raampjes konden wij daarna zien dat ze heel lang hebben getreuzeld. We konden ook meneer tegen mevrouw horen praten en dat was in het duits! Toen begrepen we alles ;-) Dat ze daarna eerst verderop in de haven lagen, dat de kinderen gingen zeuren en dat ze daarna op een plek gingen liggen waar ook een heel grote boot kan. Die lag er eerst ook. Een boot met scouts uit Engeland. Meer weet ik niet, want dit jaar is er niemand aan boord die meteen even met die scouts gaat praten, vraagt waar ze vandaan komen en hoe ze hier gekomen zijn. Dat de duits sprekende familie daarna de boot nog schoon gingen maken, dat de kinderen ook sacherijnig gingen kijken en dat ze heel laat klaar waren. We konden het allemaal volgen.

Na het eten en de koffie gingen wij wandelen. We zagen in de verte de duits sprekende familie wel, maar gaven dat niet veel aandacht. Ik had belangrijker dingen te doen, er moest worden gesnuffeld. Snuffel ik een kwartiertje later rustig op de kade bij de vissersboten, staat opeens de meneer uit de rib voor het vrouwtje. Ik spitste mijn oren, want nu moest ik echt alert zijn.

Begint hij te wauwelen dat hij frans, duits en engels spreekt, dat ze hier frans spreken en dat wij dat dan dus ook moeten doen. Dat andere mensen gezegd hadden dat er nog meer plekken vrij waren toen wij aankwamen. En nog heel veel meer in het frans. Vrouwtje heeft alleen gezegd dat wij van de havenmeester mochten blijven liggen en dat de havenmeester de baas is. Ze was niet eens bang! Ze zei hem gedag en liep verder. Ik ben maar snel meegegaan, want ik was wel een beetje bang.

Terug in de haven hebben we het verhaal aan de havenmeester verteld. Die moest erg lachen dat de havenmeester de baas is, maar gaf ons wel gelijk. Als de meneer van de enge zwarte boot morgen weg gaat, gaat de havenmeester een andere boot op die plek leggen. Ook als de landvasten er nog liggen.

Havenmeesters zijn de baas! 

maar je mag wel naar ze blaffen









Catootje






Geen opmerkingen:

Een reactie posten