Nadat het motorluik heel lang open had gestaan (Philip zocht naar stukjes impellor en Marisja ging later meezoeken) besloten ze Zeebrugge te gaan verkennen. Eerst was ik wel verdrietig dat ik niet mee mocht, maar toen ik later de verhalen hoorde was ik blij dat ik gewoon droog op de bank had kunnen liggen.
Ze zijn helemaal naar het strand van Zeebrugge gelopen (3 km en dat ook weer terug) en ook daar was niets te verbleven. Er was niet eens een frietkot om Vlaamse frieten te eten. Uiteindelijk bleek vlak bij de haven wel friet te zijn, dus dat hebben ze gegeten.
Na een boterhammetje met ei (ik mocht Philips bord leeg likken) ben ik met Daan en Marisja naar een brievenbus gaan lopen. Heb ik ook wat van de stad gezien. Morgen varen we hopelijk weer verder.

Catootje