zondag 27 februari 2011

Stop met 100 dingen tegelijk doen

Elke ochtend is het hetzelfde liedje: ze zet eerst koffie en drinkt die dan op terwijl we samen een rondje lopen. Het past natuurlijk wel in het beeld dat tegenwoordig alles zo snel gaat dat je heel veel dingen tegelijk moet doen. Ze strijkt tijdens het tv kijken, belt terwijl ze eten kookt en leest een boek in bad. Uit onderzoek van de Stanford University blijkt echter dat multitaskers veel minder efficiënt zijn dan mensen die zich op een ding tegelijk concentreren. Het menselijk brein kan zich namelijk maar op een ding tegelijk concentreren. Wie meerdere dingen tegelijk doet, geeft dus geen van die dingen echte aandacht. Het gevolg is dat het werk langer duurt dan zou hoeven en dat de kans op fouten aanzienlijk toeneemt. Op zich zie ik het probleem daarvan niet. Langer samen wandelen lijkt me juist een goed effect. De verkeerde afslag nemen versterkt dat effect en dat maakt me pas echt gelukkig.

Wat voor jullie mensen misschien lastiger is komt uit onderzoek van het Institute of Psychiatry van de University of London. Die hebben ontdekt dat 1000 dingen tegelijk doen slechter is voor je IQ dan wiet roken en even slecht als te weinig slapen. Je IQ daalt met tien punten. En daar ga ik dan weer last van hebben. Vergeten eten klaar te zetten, niet denken aan een extra lekker koekje, het zou zo maar kunnen dat het allemaal komt omdat jullie te veel tegelijk doen.
Daarom wat tips:
* Je mobiel kan ook uit als je met mij aan het wandelen bent. Dan kan je tenminste ballen/takken weggooien.
* Stel prioriteiten, eerst mijn eten en dan pas dat van jullie.
* Handel dingen op vaste momenten van de dag af. Twee keer per dag eten en wat vers water voor de hond.
* Laat kantoor op kantoor; thuis ben je er voor mij (en mijn collega huisdieren)
* Vier de successen, na een week denken aan mijn brokken kan je me ook een biefstuk geven.

En daarmee heb ik je IQ gered.


Catootje

zondag 20 februari 2011

Animal firm? 1 hond is genoeg!

Het blijft gek dat mensen steeds weer naar dieren kijken om hun eigen gedrag te beschrijven. Aan de ene kant snap ik het wel, wij praten niet terug en zullen een gemaakte analyse dus niet tegenspreken. Aan de andere kant begrijp ik niet dat ze steeds anders dieren zoeken. Waarom maken ze het zichzelf zo moeilijk? Waarom een hele Animal Firm? Eén hond is toch genoeg.

Om mijn punt duidelijk te maken zal ik de dieren uit Animal firm met mijzelf (een toch wel prototype hond) vergelijken.

1. Olifant vs Catootje
Wekelijks maak ik voor jullie deze column. Daarmee probeer ik jullie te laten zien hoe het kan (voorbeeldgedrag), een zetje in de goede richting te geven (coachend leiderschap), mijn visie bij zoveel mogelijk mensen bekend te krijgen (resultaatgerichtheid) en hoop ik dat er wat mee kan en dat je volgende week weer leest wat ik te melden heb (een sterke vertrouwensband). Zo toon ik keer op keer aan dat ik die goede eigenschappen die aan olifanten worden toegeschreven ook bezit. Had je net zo goed mij kunnen kiezen dus.

2. Afrikaanse wilde hond vs Catootje
Waarom zou je kiezen voor een Afrikaanse wilde hond, terwijl er duizenden huishonden zijn als ik. Ook zij, jullie trouwen bij je wonende viervoeters, zijn samenwerkingsgerichte en sociale dieren. Als er door onze baasjes niet wordt ingegrepen delen wij onze kennis met volgende generaties. The dog whisperer laat zien dat we in een roedel willen wonen, want wij stellen het groepsbelang boven het individuele belang. Als jij de roedel niet leid dan doen wij het wel.

3. Mieren vs Catootje
In onze roedel hebben we samenwerking. Iedereen kent zijn/haar plek, maar verder is het een open cultuur. In voor ons belangrijke processen (eten) werken we allemaal samen. We delen onze kennis op de meest effectieve manier. Niet alleen geven we elkaar geursporen om territorium af te bakenen, we zoeken ook de dialoog door te blaffen en te janken. Wat dat betreft zijn we zelfs efficiënter dan mieren, want wij zorgen dat ook onze omgeving weet dat we wat zeggen. Jullie horen onze geblaf en zien ons poep, toch?

4. Kraaien vs Catootje
Het zijn irritante beeste, kraaien. Volgens Animal firm zijn ze in het dagelijks leven voortdurend bezig met verbetering en vernieuwing. Dat heb ik nog nooit gezien! Een keer blaffen door de ruit heen en ze vliegen weer uit de tuin. Twee stappen in hun richting en ze vliegen op. Een lapje op een stok in een veld met groente en ze laten het met rust. Als kraaien innovatiekracht zouden bezitten, hadden ze allang wat bedacht tegen mij en mijn soortgenoten. Volgens mij zijn ze helemaal niet continu op zoek naar slimme manieren om problemen op te lossen. Nee, ik was het die de slimme oplossing had: blaffen door het raam heen.

5. Giraffen/struisvogels vs Catootje
Okay, ook ik heb liever zon dan regen. Wat dat betreft snap ik dat iemand eerder aan de savanne wil denken dan aan het grasveld om de hoek. Waarom je zebra's, gnoes, giraffen en struisvogels nodig hebt om een punt te maken over succesvol overlevingskansen vergroten is volgens mij te ver van je bed. Ook wij honden doen ons best onze diversiteit aan sterke eigenschappen te combineren. Natuurlijk denk je nu meteen aan de ruim 300 erkende hondenrassen. Maar onze topstukken wat betreft het combineren van sterke eigenschappen zijn de vuilnisbakkies. Niet kapot te krijgen, met veel, samenwerkend om uit elke vuilnisbak wat te eten te krijgen en niet uit te roeien.

En zo heb ik mijn punt gemaakt: één hond is beter dan 5 animals.


Catootje

zondag 13 februari 2011

"Volunteers do not necessary have the time, they just have the heart"(Elizabeth Andrew)

Het is misschien een gek idee, maar ook ik doe vrijwilligerswerk. Okay, ik heb er niet helemaal zelf voor gekozen. Maar regelmatig ga ik met mijn vrouwtje mee naar scouting en daar heb ik wel echt een taak.

Allereerst moet ik wel even zeggen dat al die scoutingtijd af gaat van mijn slaaptijd en dat is niet altijd fijn. Twintig jongens die je aandacht willen geven, die met je willen spelen, die je aaien, op schoot nemen, het is een vermoeiende zaak. En echt tijd om te slapen krijgen je niet, want er staat op zit altijd weer aan ander klaar. Sociaal als ik ben laat ik het allemaal toe. Ik ga naar ze toe, ren braaf achter ballen of stokken aan, maar verdom het om die dan naar ze terug te brengen. Ze kunnen zelf ook lopen en die stok-bal gewoon oppakken. Waarom zou ik dat moeten doen?

Aan de andere kant geef en krijg ik liefde. Als iemand het even niet ziet zitten is een lik over zijn neus (ze noemen het kusjes, waar ze dat vandaan halen?) genoeg om hem op te beuren. Als ik in de buurt kom valt er opeens een stukje chips, koek of ander lekkers. En als ze hun verhaal kwijt moeten luister ik, tenminste zolang ze mij aandacht geven.

Het is een tijdslurpende hobby, je bent er al snel een uur of tien per week mee bezig als hond zijnde. In de zomer zelfs meer. Dan ga ik mee op weekend. Braaf blijf ik aan boord van een van de boten tot iemand me oppakt om te knuffelen. Ik word uitgelaten door jongens die verder lopen dan het gebruikelijke blokje, krijg de kans om in het zonnetje tot rust te komen en na zo'n weekendje Kaag ben ik klaar voor een nieuwe week thuis op de bank. Die week heb ik hard nodig om uit te rusten. Scoutinghond zijn is zwaar.

Eigenlijk ben ik net al alle andere vrijwilligers bij het scoutingclubje van de baas: ik maak tijd om aandacht te geven, jongens een stapje verder te helpen en gewoon aandacht te geven. Ja, ik weet het. Ik hoef daarna niet 50 uur te werken, kan helemaal tot rust komen tot het volgende moment van spelen en aandacht geven. Dat is dan weer het voordeel van hond zijn.

Stiekem heb ik wel bewondering voor mijn vrouwtje en haar medestafleden. Werk, studie en scouting is een combinatie die tijd voor jezelf in het gedrang laat komen. Toch doen ze het, week in week uit. Als iedereen zoveel liefde zou geven aan een ander zorg de wereld er vast leuker uit.

Ga snel weer uitrusten, zaterdag mag ik weer aan de bak.


Catootje

zaterdag 5 februari 2011

Vrouwelijke baas wekt meer vertrouwen

Ik weet het al jaren, vertrouw haar blind, ga met haar mee de wereldzeeën over en nu is het eindelijk bevestigd in een onderzoek: Vrouwelijke baasjes genieten meer vertrouwen dan mannetjes. Nou ja, in het Index of Leadership Trust onderzoek hebben vooral mannelijke medewerkers steeds meer vertrouwen in een vrouw als baas.

Vrouwen zijn goed in hun werk, principieel en eerlijk. Maar het echte toppertje is dat de vrouwelijke manager zo goed weet waarmee medewerkers te maken hebben in hun dagelijkse leven.

En dat alles kan ik alleen maar beamen. Ze neemt me mee als ze weer een avond weg moet, omdat ik anders zo alleen thuis zit. Ze snapt dat ik ook lekkerder eten dan droge brokjes wil als zij gourmet en geeft me Cesar. Ze laat me op schoot als het koud is en haalt elke keer mijn bal weer onder de bank vandaan. Een vrouwtje (zo noemen wij in hondenjargon een vrouwelijk baas bij mensen schijnt het iets kleinerends te zijn) vertroeteld je. Al lijkt het soms alleen maar zo omdat haar stem gewoon liever klinkt.

Als ik mens zou zijn, was ik het iedereen eens die in het Index of Leadership Trust onderzoek heeft gezegd dat vrouwtjes betere bazen zijn.

En ik kan het weten, ik heb een vrouw als baas.


Catootje