maandag 31 januari 2011

Survival voor honden

Soms heb je van die dagen dat alles mee zit. Dat had ik het afgelopen weekend. Vrouwtje zit bij scouting en die gingen een weekend overleven. Nou doen ze dat in de bossen, wat natuurlijk als hond zijnde geen straf is. Zaterdag was er iemand zo gek om een uur lang takken voor me weg te gooien. Daarnaast waren ook alle scouts mee en die willen altijd spelen, knuffelen en stiekem eten geven. Het leven van een hond ging dit weekend over zandpaden.

In belang van de wetenschap en dit blog heb ik me wel afgevraagd wat managers zouden kunnen leren van al die scouts. Eigenlijk is dat wel heel wat.
• Begeleid de zwakkere: Een van de jongens kan niet zo goed zien, de rest heeft hem wel een deel van de route laten uitzoeken. Natuurlijk wel liepen ze met z’n tweeën voorop en kon zijn werk dus subtiel gecontroleerd worden. Maar hij deed het wel zelf en was daar trots op.
• Goede sfeer houdt de moed erin: 11 jongens hebben de wat langere route gelopen. Dat snap ik wel, in het bos is zoveel te beleven daar wil je niet weg. Ze hebben niet gebeld dat ze opgehaald wilde worden, ze hebben zelf de route naar het eindput gevonden. Ze waren verdwaald met veel lol.
• Durf te vragen: soms is iets niet duidelijk. Een slecht manager laat niet merken dat hij het ook niet weet. Die doet net alsof. Goede managers durven wel de weg te vragen. De beloning is soms een onverwachte ervaring, zoals wandelaars die spontaan een paar kilometer met je mee lopen.
• Iedereen heeft andere kwaliteiten: de ploeg die zondag heel goed bleek in het maken van vuur zonder lucifers, was slecht in het onthouden van cijfers. De ene jongen wist een tak snel door te hakken, de ander kan goed tochten lopen. Met elkaar weten ze er een leuk weekend van te maken. Het beste zie je die samenwerking als je hond bent. De een knuffelt me, de ander gaat takken gooien en weer een ander geeft eten.

Binnenkort start het zomerseizoen weer en ga ik deze jongens weer elke week zien. Dan zullen me vast nog wat dingen opvallen. Een hond ziet, hoort en ruikt alles!


Catootje

zondag 16 januari 2011

Beestachtig management

Het is best grappig als je weer eens hoort van een of ander onderzoek over managers en dat dan zo’n mens ze vergelijkt met dieren. Laatst las het vrouwtje me een stukje voor, gewoon om me te laten weten hoe dat dan zit. Ene Richard Maun ziet in elk managementteam: krokodillen, leeuwen, olifanten en meerkatten.

Krokodillen ver tevoren hebben altijd wel een briljant plannetje en zijn gek op kantoorpolitiek. Spelen spelletjes, schieten uit hun slof en kiezen de aanval in plaats van de verdediging? Leeuwen lijken eerder pauwen. Ze pronken. Maar ze liggen ook op de loer, om duidelijk te maken dat zij de baas zijn. Wat dat betreft inderdaad een mannetjes leeuw: laat de vrouwtjes het werk doen en eist daarna het beste resultaat op. De olifant die we van de parceleinkast kennen doet het ook goed in een kantoorgebouw en de meerkat: verstopt zich op zijn kantoor zodat zijn medewerkers alles zelf op mogen lossen. .

Zelf denk ik dat, al ben ik natuurlijk bevooroordeeld, de beste manager is als een hond.

Honden zijn sociale dieren. Ze hebben aandacht voor elkaar en werken graag samen. Ze hebben evenwichtige leiders: waardige, kalme dieren die zorgen voor veiligheid en rust binnen de roedel. Hondenmanagers zijn ranghoogste door het respect dat andere roedelleden hen betonen, niet door dictatoriale dwang en agressie. De meest honden voorkomen agressie door ver tevoren signalen te geven wanneer bij hen bepaalde grenzen worden overschreden.

Honden leren door ondervinding, door uitproberen en door verbanden te leggen, daarin zijn zij meesters! Honden weten als geen ander het verschil tussen wat wel en wat niet iets voor ze oplevert. Honden zijn volledig eerlijk. Zij zijn niet in staat hun gevoelens te verbergen. Honden leven in het hier en nu. Zij reageren direct op een gebeurtenis, of deze hen nu blij maakt of angstig of boos. Feedback geven hoeven ze niet aan te leren.

Maar wie ben ik?


Catootje

Thuiswerken

Als ik eerlijk ben heb ik het niet zo op thuiswerken. Je zou denken dat dat voor mij een extra wandeling tussen de middag zou betekenen, maar nee hoor. Het maakt dat ik de bank, die anders de hele dag van mij is, moet delen als er stukken gelezen worden. Het zorgt voor onrust. Elke keer dat zij opstaat om koffie of thee te pakken denk ik dat we wat leuks gaan doen. Spring van de bank, ren naar de deur ... om meteen teleurgesteld te worden. Geen jas, geen riem, maar gewoon terug naar de tafel om achter de compu verder te gaan.

Ze zeggen dat thuiswerken voordelen heeft. Er wordt meer gedaan, worden meer uren gemaakt en werk en prive gaan zo door elkaar lopen dat mensen bijna de hele dag aan hun werk bezig zijn. Allemaal leuk voor werkgevers, maar wat heb IK daar aan?

Ik wil een gewone werkdag. Met een wandeling om 7.30 en weer een om 17.30. Met rust om in huis te doen wat ik wil als ze weg is. Lekker van de ene bank naar de andere, in de stoel liggen wat anders nooit mag en eten het mij uitkomt.

Gelukkig blijkt steeds meer dat vaste ritmes niet alleen voor honden, maar ook voor mensen goed zijn. Zou het werken 2020 dan gewoon weer een werkweek van 40 uur buiten de deur zijn?

Ik hoop het.


Catootje

zondag 9 januari 2011

Timemanegement, leer van honden

Je stapt je bed uit, douched, eet en poets je tanden. En dan ... begint je dag als je in de auto stapt of als je op kantoor komt? Er zijn een paar tips op er voor te zorgen dat het sowieso een goede dag wordt.

Rust, reinheid en regelmaat. Elke dag hetzelfde ritme is goed voor mens en hond. Elke dag 3 keer een blokje om, 2 keer eten en een half uurtje spelen met de bal. Dat is waar mijn dag uit bestaat. Voor mijn vrouwtje was het een kop koffie in de file, een boterham en kop koffie op kantoor.

Plan je dagen. Maandag was Wasdag, maar zou nu best Cijferdag kunnen zijn. Dan maak je van dinsdag Overlegdag, Woensdag is Schrijfdag (en niemand die je lastig valt), Donderdag is Reviewdag en van Vrijdag Afmaakdag.

Daarnaast plan je natuurlijk de lunch samen met collega's, haal je je eigen koffie en thee en loop je naar de buurkamer in plaats van een mail te sturen. Werk moet een leuk zijn en dat kan alleen als je je collega's ook spreekt.

Mails, tijdschrijven, (terugbellen), je doet de rotklussen op vaste tijden. Dan weet je dat er ook een einde aan zit. Na je geplande half uur nog niet iedereen gesproken? Morgen/vanmiddag is er weer een dag. Twee keer per dag een half uurtje is echt genoeg.

En als het dan nog te druk is in je hoofd. Neem een hond of meld je als vrijwilliger bij een asiel, kan je mooi af en toe naar het strand of bos (of stadspark) om je gedachte te laten gaan.

Had ik al gezegd dat je van ons honden kan leren?


Catootje